Na de laatste dringende dingen op het werk, is het nu dan vakantie! Dit jaar zullen we een rondje door Zuid-Oost Frankrijk maken. We hebben net als elk jaar een heleboel plannen, maar geen planning. De enige planning van nu is morgenvroeg om 4:00 vertrekken…
DAG 1
donderdag 17-07-08
Het eerste plan is gelukt. Om 4:00 precies rijden we weg (nadat Stephan eerst per ongeluk op de claxon is gaan zitten, sorry buren…). We kunnen overal doorrijden en het is relatief rustig op straat. Het regent bijna de hele weg, pas twee uur voor we op de plaats van bestemming zijn wordt het weer langzaam steeds beter. We maken twee korte stops (één keer tanken, één keer pissen) en rijden rond 14:00 de autobaan af. Het is dan stralend mooi weer!
In de buurt van La Voulte willen we de eerste camping zoeken. Bij de eerste camping die we zien kunnen we meteen terecht, camping Le Moulin d’Onclaire in Coux. Een kleine en rustige camping waar niet veel te doen is, maar dat is voor ons geen probleem (ja, we worden ouder…). Een vrouw die geen Engels, Duits of Nederlands kan helpt ons. Het verbaast ons hoeveel we met ons lagere-school-Frans nog kunnen verstaan. We zetten de tent op en om 15:00 zitten we op ons gat.
We lezen, slapen, douchen, lezen, slapen, lezen (in een misschien iets andere volgorde) en dan wordt het tijd om wat te eten te organiseren. We hadden onderweg een pizzeria gezien en daar gaan we naar terug.
Daarna lopen we het dorp naast de camping in, Coux. Een heel oud dorpje, smalle steegjes, hele kleine huisjes van veldkeitjes (ongelooflijk dat hier mensen wonen). En geen toerist te bekennen hier. Na wat door de straatjes te hebben geslingerd gaan we terug naar de camping en gaan direct pitten, we zijn gaar…!
DAG 2
vrijdag 18-07-08
Om 7:00 stap ik (Tessa) uit bed en daarmee weet Stephan het zeker: ‘Ik ben gek!’ Ik ga me wassen en loop dan het dorp in op zoek naar een boulangerie (bakker), die heb ik al snel gevonden. Als ik terug kom met stokbrood en croissantjes slaapt Stef nog (maar niet lang meer, he he…).
Vandaag willen we naar Crest, de slottoren daar bekijken. Na het ontbijt stappen we in de auto. Via La Voulte rijden we er naar toe. In La Voulte is er markt, we lopen een rondje over de markt met allemaal typische Franse producten, zeep, worst, olijfolie, knoflook, hoeden, en rijden dan door naar Crest. Al van verre zien we de hoge toren staan. Met zijn 52 meter hoogte is hij de hoogste Middeleeuwse toren in Frankrijk. De wanden aan de voet van de toren zijn 4 meter dik. Oorspronkelijk was de toren de basis van een kasteel, dat later verloren is gegaan. In de 19e eeuw deed het dienst als gevangenis. In de toren wordt een kunstexpositie tentoongesteld die ons niet kan boeien. De toren zelf is wel de moeite waard, maar ook die hebben we met een uur wel gezien. Het is inmiddels 12:00 uur.
We besluiten naar de Montagne Ardèchoise te rijden, een van oorsprong vulkanische bergketen, waar de Loire ontspringt.
We rijden als eerste naar de Mont Gerbier de Jonc (1551 m). Deze berg lijkt op een grote rotsachtige molshoop tussen de groene bergen in zijn omgeving. Volgens de reisgids is er een mogelijkheid voor een ontspannen wandeling naar de top en dat gaan we doen. Het eerste stuk kunnen we gewoon lopen, maar wanneer we de voet van de berg bereiken begint het klauterwerk. We zijn al gauw blij dat we beneden onze slippers hebben verruild voor wandelschoenen. Na een klein half uurtje staan we boven. Het uitzicht is hier geweldig en het waait er, wat erg lekker is na een half uur klimmen. We snakken naar wat drinken, en dat hebben we niet meegenomen, dus na tien minuten boven gaan we terug.
De mensen met kleine kinderen die we boven op de top al voor gek hadden verklaard komen we al gauw achterop. Wanneer we een stuk langs en touw omlaag moeten klimmen geven de meisjes het op. Stephan helpt de kinderen een stuk naar beneden tillen. En dan klauteren we alleen weer verder. Het is alles behalve een ontspannen wandeling en voelen ons enigszins voor lul gezet door onze reisgids. Wanneer we even later een oud mannetje en vrouwtje achterop komen is er van ons heldengevoel helemaal niks meer over. We halen ze in (dat dan weer wel…) en trakteren onszelf onderaan op een terrasje.
Dan rijden we verder naar de Mont Mezenc, de hoogste berg van de Ardeche. Wanneer we over zijn vraagt Stef waar de berg is. Wanneer ik zeg dat we daar bovenop staan vindt ie het maar stom en blijft in de auto zitten. Ik loop in m’n eentje een klein rondje, ook hier is het uitzicht erg mooi!
Dan gaan we verder naar de Cascade du Ray Pic, een waterval. We rijden een heel stuk om, maar de route is zo mooi dat we het beiden niet erg vinden. Wanneer we op de parkeerplaats zijn is het nog een klein stukje lopen tot aan de waterval. Het is er onderaan erg druk, maar zeker de moeite waard. Stef had zich voorgenomen om in het bassin voor de waterval een duik te nemen. Maar het water is hem veel te koud en hij komt niet verder dan z’n enkels. Het is inmiddels al 19:00 uur en we zijn nog een heel stuk bij de camping vandaan. Op een terrasje drinken we wat en nemen voor de ergste trek alvast een hotdog.
Terug op de camping doen we de skottelbraai aan en eten de laatste gehaktballen op die ma ons had meegegeven. Na 12 van die dingen in 3 dagen komen ze ons de strot uit (sorry ma…). We douchen ons en drinken en lezen nog wat voor de tent, we maken plannen voor morgen en gaan dan slapen.
DAG 3
zaterdag 19-07-08
Stef had gisteren erg veel last van zijn oog vanwege de zon en was heel erg moe. Wanneer ik om 7:00 wakker word pak ik een boek en laat hem slapen. Om 9:00 wordt ook hij wakker. Hij haalt brood en na het ontbijt gaan we op pad. We willen vandaag naar Hauterives en de okergroeve in Roussillon. Wanneer we in de buurt van Hauterives komen staat het Palais Ideal al aangegeven. Dit paleis is het werk van een postbode, Ferdinand Cheval. Van de stenen die deze man tijdens zijn postronde verzamelde bouwde hij van 1879 t/m 1912 zijn droompaleis. Het is een heel bijzonder gebouw, onze reisgids noemt de term naïeve architectuur, maar het is wel kleiner dan we verwacht hadden. Met een klein uurtje hebben we het wel gezien. We lopen een stukje door het dorp en dan terug naar de auto.
Op ongeveer een half uurtje rijden vanaf Hauterives ligt Roussillon, hier willen we de okergroeve gaan bekijken. Wanneer we daar aankomen zien we nergens de okergroeve aangegeven. Na wat speurwerk op de kaart en in de reisgids kom ik erachter dat er in Frankrijk meerdere plaatsen met de naam Roussillon bestaan en wij in de verkeerde plaats staan… Hoe kon ik zo stom zijn!?
Maar goed, niks meer aan te doen, en ik lach er maar om. Stef niet, die is zwaar over de zeik. En na tien minuten verwijten (slechte voorbereiding, beter uit je doppen kijken, enz.) naar m’n kop te hebben gehad ik ook! Zwijgend rijden we terug richting de camping.
Onderweg daar naartoe komen we langs het oude dorp Beauchastel, dat zich vastklampt tegen de helling van een rotspunt. Een erg mooi dorp, dat nou een keer niet overstroomt van de toeristen. Wanneer ik een oud vrouwtje vraag of ik een foto van haar mag maken, wenkt ze me dichterbij. Ze laat zien wat ze aan het breien is en verteld er een heel verhaal bij (uiteraard in het Frans). Ik doe maar net of ik haar begrijp en mompel iets van: ‘Ah oui, bon!’ en loop dan terug naar Stef. Terug in Coux doen we boodschappen en brengen de rest van de avond voor de tent door.
DAG 4
zondag 20-07-08
Vandaag is de lucht erg bewolkt, maar ondanks dat zijn we vroeg uit de veren. Om 7:00 sta ik bij de bakker die net de deur opent, en een half uurtje later zijn we onderweg naar Vallon Pont d’Arc. Een plaatsje aan het begin van de bekende Gorges de l’Ardeche. Wanneer we daar aankomen zien we dat het er geregend heeft, de straten zijn nat. Vanwege het weer laten we ons plan om te gaan kayakken op de Ardeche links liggen en gaan de kloof met de auto door. Bij de verschillende panoramapunten parkeren we de auto (als die niet al bezet zijn). Geweldig mooie uitzichten, alleen erg jammer dat het niet helder is. Aan het einde van de kloof ligt het plaatsje St. Martin d’Ardeche, waar op dat moment een marktje aan de gang is.
We lopen een rondje door het dorp en besluiten dan om naar l’Aven d’Orgnac. Vanaf dat punt heb je toegang tot de grootste en volgens onze reisgids de mooiste grotten van de Ardeche. We geven ons op voor de eerstvolgende rondleiding die over een klein uurtje begint. Dat uurtje gebruiken we om het bijbehorende historisch museum te bezoeken en voor een ijsje.
Op internet had ik gelezen dat een trui in de grotten wel een vereiste was, maar die hadden we per ongeluk op de camping achter gelaten. Dus gewapend met onze pyamajasjes om ons middel lopen we even later richting de ingang van de grot. De gids noemt steeds een land en de inwoners van dat land steken vervolgens hun hand op, zodat hij een idee krijgt van de samenstelling van de groep. Iedereen doen dat zonder al te veel lawaai, maar wanneer hij ‘Holland’ noemt begint de halve groep te juichen (ja, serieus!). Vervolgens zie je alle Hollanders erg trots naar hun medelanders lachen.
Dan begint de rondleiding. Gelukkig blijft de claustrofobische paniek waar ik bang voor was uit. De grot is erg indrukwekkend en mooi verlicht. De gids verteld dat een stalagmiet die nog ongeveer een halve meter los is van het plafond over ongeveer 4000 jaar vast zal zitten. En waarschijnlijk maakt hij voor de zoveelste keer vandaag het grapje dat we dan nog maar eens terug moeten komen. De rondleiding duurt in totaal een uur en eindigt op het diepste punt van de grot, 120 meter onder het maaiveld, met een lichtspel op muziek. De temperatuur in de grot viel achteraf erg mee, we hebben onze jasjes niet aangehad.
Na de rondleiding zoeken we de auto weer op. We willen vanmiddag nog naar Balazuc, volgens de reisgids één van de mooiste dorpen van Frankrijk. En het is inderdaad een erg mooi dorpje, maar heel erg toeristisch. Met moeite vinden we een parkeerplaats. We lopen een poosje door het centrum, dat veel leuke plekjes kent om te fotograferen. Jammer van het grijze weer. Vanwege de drukte hier besluiten we om niet hier te gaan eten, maar terug te rijden naar de camping. Daar aangekomen heeft het ook daar geregend, we hebben dus nog geluk gehad wat de regen betreft. Inmiddels is de lucht weer helder blauw, en wij gooien de skottelbraai nog maar weer eens vol.
DAG 5
maandag 21-07-08
Vandaag vertrekken we uit de Ardeche. Ik (Tessa) was graag nog een nachtje of twee langer gebleven, zodat we toch nog hadden kunnen kayakken, of de wandeling die de camping ons adviseerde te maken, maar Stephan wil graag verder.
Het plan is om ergens in de buurt van Castellane een camping te gaan zoeken, zodat we vandaar uit naar de Gorges du Verdon en ook naar de kust kunnen rijden voor een dagtocht.
Om 8:00 is ons kampje opgebroken en zijn we onderweg. We willen met een omweg naar onze eindbestemming, zodat we onderweg nog wat kunnen zien. Via de Mont Ventoux, die met zijn 1900 meter het omliggende landschap domineert, rijden we door naar de Gorges de la Nesque. Vanaf het dorp Villes-sur-Auzon rijden we door de kloof naar Monieux. Deze kloof doet wat ons betreft niet onder voor de Gorges de l’Ardeche, maar dat kan ook liggen aan het prachtige weer van vandaag, het is heel erg helder. Ook zijn er veel minder toeristen hier, wat we ook niet vervelend vinden. Het uitzichtpunt van Castelleras kijkt uit op de 850 meter hoge Rocher de Cire (rots van bijenwas), die opvalt vanwege zijn oranje kleur tussen de andere overwegend grijze rotsen. Het is misschien overbodig om te zeggen dat de rots deze naam heeft vanwege de vele bijen die er elk jaar nesten.
Wanneer we de kloof door zijn rijden we verder naar Roussillon (dit keer de juiste, inclusief okergroeve). We parkeren de auto een eindje buiten het dorp en gaan dan te voet verder. Al gauw zien we dat wij hier niet de enige toeristen zijn. We lopen langs het dorp heen richting de okergroeve. We kopen een kaartje en maken een wandeling door de groeve. Wanneer we een Nederlands gezin naar de weg vragen, vraagt de vader of we deze wandeling echt op onze slippers gaan doen. Even aarzelen we om terug te gaan naar de auto om wandelschoenen te gaan halen. Maar de moeder zegt dat het op slippers wel te doen is.
We lopen dus lekker verder en na een half uurtje over een vlak aangelegd paadje zijn we al weer bij het beginpunt. We vinden die vent maar een zeikerd, hij moest eens weten wat onze slippers al hebben doorstaan. De okergroeve is wel de moeite van een omweg waard. De rotsen zijn hier fel gekleurd, van lichtgeel tot donkerrood. Na de groeve loop ik een rondje door het dorp terwijl Stef bij een kraampje patat haalt. Ook in het dorpje zijn alle geveltjes gekleurd met oker, wat een erg leuk beeld geeft.
Wanneer ik terug bij Stephan ben lopen we gewapend met een bak patat terug naar de auto.
Dan rijden we in één ruk door naar Castellane, waar we op zoek gaan naar een camping. Een half uurtje na Castellane zien we een camping, ‘Camping le Seranon’ in het gelijknamige plaatsje. Hier is plek zat, en we zetten de tent voor de tweede keer deze vakantie op, het is inmiddels 19:00. Deze camping is nog rustiger als de camping in de Ardeche, maar heeft wel een zwembad. We verheugen ons erop om morgen na een warme rit een duik te kunnen nemen.
DAG 6
dinsdag 22-07-08
Vanmorgen weer eens zonder ontbijt vertrokken (zoals bijna elke ochtend). We rijden richting de Gorges du Verdon, we willen een rondrit maken door de Canyon. Maar het eerste wat we gaan doen is een bakker zoeken waar we brood kunnen halen. In Castellane vinden we die en op een stoeprandje ontbijten we. Vanaf Castellane rijden we vervolgens de kloof in.
Onderweg stoppen we regelmatig bij de panoramapunten om van het uitzicht te genieten. De kloof is zo diep dat nog maar op een paar plekken die rivier de Verdon (die de kloof gecreëerd heeft) te zien is.
Halverwege de kloof is er de mogelijkheid om de Route Du Crêtes te volgen. Volgens onze reisgids een huiveringwekkende autotocht, wat achteraf ook weer enorm meevalt (tot Stephan’s spijt). De route leidt ons hoog de bergen in, waardoor de kloof nog dieper lijkt. Het landschap is erg indrukwekkend en de kloof is veel dieper dan in mijn herinnering van een eerder bezoek met pa en ma jaren geleden. De twee eerder bezochte Gorges vallen hierbij volledig in het niet. Ook deze route heeft heel veel viewpoints met parkeerplaatsen voor een klein aantal auto’s. Tot Stephans grote ergernis wil ik bij elke punt stoppen. Op een van de parkeerplaatsen ligt een achttal geiten van het zonnetje te genieten, erg leuk!
Verderop zie ik onder me in de kloof gigantisch grote vogels vliegen, ik roep naar Stephan, maar die zegt dat het vliegtuigen zijn (serieus…) en blijft in de auto zitten. Wanneer hij later op het fototoestel de foto’s bekijkt, moet hij me toch wel gelijk geven.
Het blijken vale gieren te zijn, met een spanwijdte van gemiddeld 2,5 meter. Deze waren hier ooit uitgestorven, maar nadat ze opnieuw zijn uitgezet nestelen ze weer op de steile rotswanden. Van de ongeveer 50 gemaakte foto’s zijn er maar twee gelukt (het blijkt verrektes lastig om een bewegend object te fotograferen).
Aan het einde van de Route du Crêtes kunnen we linksaf naar Moustier St. Marie of rechtsaf terug naar Castellane. We besluiten om Moustier een bezoekje te brengen. Onderweg daar naartoe zien we links van ons het Lac de St. Croix liggen, wat een prachtig uitzicht biedt en het water lijkt heel erg blauw. Moustier St. Marie blijkt een leuk, maar erg toeristisch dorpje te zijn. Het winkelstraatje staat vol met kraampjes die we op elke marktje zien: worst, olijfolie, zeep, knoflook en tafelzeil met lelijke motiefjes. We slenteren wat door de steegjes en keren dan terug naar de auto. We laten de TomTom de snelste weg terug naar Castellane zoeken. Die gaat ook weer door de kloof, maar via een andere weg dan de heenweg. In Castellane parkeren we de auto voor een bezoek. Het is er erg druk. We lopen een rondje door het oude centrum en op een terrasje eten we wat.
Rond 18:00 zijn we terug op de camping en van ons voornemen om een middagje te lummelen aan het zwembad blijft weinig meer over. Toch gaan we nog een uurtje bij het zwembad zitten, al koelt het snel af vanwege de hooggelegen camping. Voor het eerst deze vakantie verbranden we. Dan trekt Stephan zijn hardloopschoenen aan die al drie jaar niet meer uit de kast zijn geweest. Hij denkt zijn hardloopcarrière uitgerekend hier in de bergen te moeten starten. Na een kwartier is hij terug (Dat loop’n valt nog wa teng’n hier…) en de rest van de avond heeft hij last van zijn ademhaling. Omdat ik met m’n luie reet aan het zwembad ben blijven zitten heb ik eigenlijk het recht niet, maar ik lig in een deuk!
We douchen ons (onder de gloepenshete douches die je niet kouder kunt krijgen) en trekken vervolgens vanwege de kou dikke kleren aan en lezen nog wat voor de tent. Als we gaan slapen trekken we voor het eerst deze vakantie allebei een dikke pyjama aan (na het de vorige nacht erg koud te hebben gehad). Eén van onze slaapmatjes is heel erg lek (en de andere een beetje…) en nadat ik er afgelopen nacht een zere rug heb liggen krijgen, krijgt Stephan dit keer de eer.
DAG 7
woensdag 23-07-08
Vanmorgen hadden we vroeg op willen staan, maar een wekker zetten ging ons nog net iets te ver. Uiteindelijk werden we ‘pas’ om 7:30 wakker. En om 8:00 waren we gewassen en wel onderweg naar Monaco. We rijden eerst naar Nice en van hieruit langs de kust naar Monaco. Omdat alle dagen zon Stefs oog geen goed doet willen we hem zoveel mogelijk sparen en ik rij dus. In Nice wordt dat iets minder gezellig en nadat ik met het stress-zweet blank op m’n kop door het rode licht rij neemt Stef het toch maar van me over. Dat gaat beter en zonder kleerscheuren komen we aan in het bloedjehete Monaco.
We lopen eerst door de haven en lachen om de zie-ons-eens-rijk-zijn-bemanning van de jachten (en zij waarschijnlijk om ons…). Het wordt helemaal hilarisch wanneer we vent met een tandenborstel een toch zeker 50 meter lange boot zien poetsen (geen grapje!).
Dan lopen we omhoog naar het prinselijk paleis. Als we daar aankomen zien we dat ze zo gaan beginnen met de wisseling van de wacht. Om dat ook maar een keer gezien te hebben wachten we daar op. Hoewel er massa’s toeristen op af komen stelt het weinig voor. Dan lopen we slingerend door de veel te drukke winkelstraatjes omlaag.
Het oude centrum van Monaco wordt van de zee gescheiden door een smal park, waar we doorheen lopen terug naar de haven.
We willen naar Monte Carlo, dat aan de andere kant van de baai ligt. De boot-bus voorkomt dat we voor de 2e keer vandaag in de hitte om de haven heen moeten lopen, we betalen dus ook met plezier een euro voor een kaartje. Wanneer we van de boot afkomen lopen we eerst terug naar de auto. We willen van onze rugzakken af, waar onder vandaan het zweet ons rechtstreek de broek in loopt. Bij de auto aangekomen trekken we alles uit wat uit kan zonder dat het ranzig wordt.
Onze wandelschoenen vervangen we door slippers, Stefs broek-met-van-die-zakken-aan-de-zijkant door een zwembroek, onze t-shirts door hempjes en de irritante rugzakken laten we achter. In de toiletten van de parkeergarage nemen we een duik in de wastafel en als herboren lopen we naar Monte Carlo. Stef gaat op een muurtje zitten wachten wanneer ik door de tuinen van het casino loop. Die tuin is veel groter dan verwacht en wanneer ik na een hele tijd pas terug kom verwacht ik een ‘skoer deur de been’, maar ook Stephan heeft zich prima vermaakt met alleen maar om zich heen kijken.
Samen lopen we daarna verder de wijk Monte Carlo in. In onze ordinaire camping-tenues lopen we tussen de Rolls Royces en Ferrari’s door. Bij een chique hotel komt een Ferrari aanrijden. De portier wil het stuur overnemen om de auto te parkeren. De eigenaar laat dat niet gebeuren, draait hem zelf het vak in en stapt daarna uit. De portier stapt er vervolgens in, aan hem de eer om de nog lopende motor uit te zetten en de deur op slot te doen. De decadentie straalt er van alle kanten af. Met plaatsvervangende schaamte bekijken we dit tafereeltje, terwijl zij met een zelfde soort van schaamte op ons (arme sloebers) neerkijken.
We besluiten Monaco te laten voor wat het is, zodat we het laatste stuk van de middag nog naar Cannes kunnen.
Daar aangekomen blijkt het verkeer net zo’n chaos als in Monaco, de Fransen weten hun claxon wel te vinden. We wandelen een stuk door de stad en vervolgens via de haven naar het strand. Het strand ligt bomvol, en gelukkig zijn we het ook vandaag weer met elkaar eens dat dit niet ons idee van vakantie is. Toch wil Stef hoe dan ook de zee in, dus hij baant zich een weg over het strand, terwijl ik op m’n rug in een parkje een fles water naar binnen werk.
Van die actie krijgt hij al gauw spijt wanneer we nergens een fontein of iets zien waarin ie z’n voeten kan wassen. Dus met drekpoten en al lopen we door de winkelstraatjes weer terug naar de auto. Stef loodst de auto de stad weer door en daarna geeft hij het roer weer over. Om 19:30 zijn we terug op de camping, ’t is er al best koud, maar na de hitte van vandaag vinden we dat helemaal niet erg! We handelen onze rituelen af: skottelbraaien, douchen en lezen en wanneer Stef een boertje ziet harken naast de camping haast ie zich er naartoe. ’Het is een Cormick Tes!’, glundert ie (ongetwijfeld zijn hoogtepunt van de vakantie…).
DAG 8
donderdag 24-07-08
Zo langzaam aan begint Stef het zicht op de Lutterse kerktoren te missen en we besluiten een stukje richting Nederland te rijden. De laatste paar dagen willen we een beetje gaan luieren aan het meer van Annecy, voordat we weer naar huis gaan.
Als we wakker worden is de camping nog in ruste. Gelukkig hebben we gisteren de camping al betaald, zodat we niet hoeven te wachten tot de campingbaas wakker is. Zo zachtjes mogelijk breken we op en verlaten de camping al vroeg in de morgen.
Tegen een uur of tien moeten we tanken. Wanneer Stef de tank vol gooit loop ik naar de supermarkt daar in de buurt voor een ontbijt. We besluiten met een omweg naar Annecy te rijden, zodat we ook nog een glimp van de Franse Alpen op kunnen vangen. Het is een prachtige route, aan weerszijden van ons zien we bergtoppen met eeuwige sneeuw. Het was een behoorlijk stuk om, maar absoluut de moeite waard. Om 15:00 zijn we uiteindelijk in het stadje Annecy en we gaan op zoek naar een camping. Voor de eerste keer deze vakantie krijgen we een bordje ‘complet’ te zien. Maar bij de 2e camping kunnen we terecht. We zetten snel de tent op en om 16:00 liggen we met ons witte winterpelsje aan het meer. Wisselend lezen en slapen we en rond een uur of 18:30 lopen we terug naar de camping. We douchen ons en eten bij de tent. We kruipen vroeg in ons nest.
DAG 9
vrijdag 25-07-08
We slapen uit en omdat we vermoeden dat we op deze wel hele kleine camping vast geen brood kunnen krijgen, vertrekken we met lege maag naar het stadje Annecy. Van de camping hebben we een plattegrond van Annecy mee gekregen, maar die hebben we niet nodig denken we. Nadat we de auto geparkeerd hebben, lopen we de stad in op zoek naar het oude centrum. Hoe langer we lopen, hoe rustiger het wordt en uiteindelijk pakken we toch de plattegrond er maar eens bij. We zien dat we helemaal aan de verkeerde kant van de stad zijn en moeten dus weer helemaal terug. Eerst het nieuwe (lelijke) centrum helemaal door, en tegen de tijd dat we het lopen goed zat zijn bereiken we het oude gedeelte van de stad. Het is een mooi stadje, en uiteraard is er hier ook een markt aan de gang.
Op de markt kopen we een broodje en eten die op de kade van de gracht op. Door de hele stad is het erg druk, en met name rond het Palais de L’Isle, een gevangenis uit de 12e eeuw, wemelt het van de mensen. Rond een uur of 14:00 hebben we het wel gezien en rijden met de auto een rondje om het meer. Op een relatief rustige plek parkeren we de auto en gaan daar aan het water liggen. We eten een veel te duur ijsje en springen een paar keer het water in om af te koelen. Ons witte winterpelsje maakt als gauw plaats voor iets roods en pijnlijks (Ja ja, we know! dat krijg je als je niet smeert…).
Rond een uur of 17:00 zijn we het zat en rijden richting de camping. De lucht hangt vol parachutisten en we besluiten om daar nog even te gaan kijken. Het is een mooi gezicht om ze één voor één te zien landen. Aan één parachute hangt zelfs een jongen in een rolstoel. We verwachten een crash bij zijn landing, maar wonderwel landt hij op z’n wielen en weet het karretje zelfs overeind te houden. Dan rijden we terug naar de camping voor ons laatste avondmaal… Morgen gaan we helaas weer terug naar huis.
DAG 10
zaterdag 26-07-08
Vandaag is het zover, de vakantie zit er weer op. We staan vroeg op en breken, nadat we ons gewassen hebben, voor de derde en laatste keer deze vakantie de tent af. Om 8:00 rijden we. Het is gelukkig niet erg druk op straat. En na een korte stop onderweg zijn we tegen 17:00 weer thuis. Het gevoel van lekker om weer thuis te zijn blijft bij mij uit, maar Stephan is hier weer helemaal in zijn nopjes. En ach, met nog een paar dagen Barcelona in oktober in het vooruitzicht moet het ook wel weer even lukken…