DAG 1
zaterdag 02-06-12
Om 6:00 opgestaan en een uurtje later waren we al onderweg. Stef brengt me vandaag naar Dusseldorf. Hij loopt nog even met me mee naar binnen, maar ik moet toch gaan inchecken en door de douane en dus is het tijd om gedag te zeggen. Pffff, waarom vond ik het ook al weer zo leuk om weg te gaan…?

De vlucht duurt maar iets meer dan drie uurtjes en tegen 16:00 Russische tijd (het is hier twee uur later) landen we.
Ik ga meteen op zoek naar de trein die me naar het centrum moet brengen, dat had ik thuis al redelijk uitgezocht (dacht ik…).
Ik vraag een paar keer aan iemand, maar bijna niemand spreekt Engels. En soms dan wijzen ze me wel de weg, maar als ik honderd meter verder nog een keer vraag wijst die weer in de richting waar ik net vandaan kom. De moed zakt me enigszins in de schoenen.
Uiteindelijk klamp ik een jong meisje aan die verdomd goed Engels spreekt en dat ik een goede zet, ze loopt zelfs helemaal met me mee naar het station. Hier is het zegt ze, en verdwijnt weer in de mensenmassa. Ik bedenk me dat ik geen roebels heb en dus helemaal geen kaartje kan kopen. Dus maar weer terug naar het vliegveld voor de pinautomaten. Alles is alleen maar in het Russisch en ik gok maar welk knopje ik wanneer moet hebben, maar krijg dus geen geld. Ik vraag een mevrouw om me te helpen, en ze doorloopt alle menuutjes, maar krijgt ook geen geld. Er is iets met mijn pasje zegt ze… HELP!
Ik probeer nog een paar andere pinautomaten, maar het lukt allemaal niet. Het liefst wil ik op de grond gaan liggen janken, maar ik realiseer me dat dat wellicht niet het meest efficiënt is op dit moment.
Een man heeft blijkbaar gezien dat het nie wil zoals ik het wil en vraagt wat het probleem is. Ik leg uit dat ik met de trein moet, maar mijn pasje niet werkt en hij geeft me 400 roebel (een tientje)! Zomaar!!
Ik las overal dat de Russen niet de allervriendelijksten zijn, maar de eikels ben ik nog niet tegengekomen.
Met mijn gebietste tientje koop ik een treinkaartje, met een vrij hoog gokgehalte stap ik maar in een trein (gelukkig de goede) en een half uurtje later ben ik op een station dat weer aansluit op het metrostelsel.
En dan loop ik regelrecht de hel binnen… Dat metrostelsel hier, niet normaal!! Het station zelf is geweldig, marmer, kroonluchters, echt waanzinnig, maar alles, ALLES in het Russisch!
Ik loop er met mijn metromap als een kip zonder kop in het rond en een man die me passeert kijkt lachend achterom. Hij zal ongetwijfeld vaker van die klungelige toeristen tegenkomen…

Ik wijs hem op mijn kaartje aan waar ik naartoe wil en ook hij brengt me weer helemaal weg naar het juiste perron! Echt, ik hou van de Russen!! Haha!
En die trappen naar die perrons, ook horror! Echt zo ongelofelijk hoog! Mama zou dit echt geweldig vinden!
En al gauw komt de metro er aan en stap ik in… ‘Zo, dat hebben we toch maar mooi gefikst’ denk ik, terwijl ik tevreden wat voor me uitstaar. Tot mijn blik het bord kruist waarop de rijroute staat aangegeven. Ook weer alles in het Russisch! En nou zou dat op zich geen ramp hoeven zijn, maar het schrift is ook anders. Ik weet wel op welk station ik eruit moet, maar alleen in ons eigen schrift.
Ik druk mijn metrokaart bij m’n buurman onder de neus (die z’n hele kop kats kapot heeft, maar dat terzijde) en kijk hem paniekerig aan… Hij doet echt z’n best, maar spreekt net zoveel Engels als ik Russisch en dus kom ik niks verder.
Iemand die in het pad staat pakt mijn metrokaart aan en ziet dat die niet in het cyrillische schrift is. Hij regelt voor me een kaartje met de Russische namen erop. Een klein stapje verder, maar dan nog…
We stoppen op een station, ik kijk hoe die heet en of ik er al uit moet, maar als ik bezig ben met het ontcijferen van de tweede of derde letter vertrekt de metro al weer. Dat gaat hem dus ook niet worden. Ik zie dat die jongen met al die schrammen steeds naar me zit te lachen, hij snapt precies waar het probleem zit, maar de taal zorgt ervoor dat ie me niet kan helpen.
Dan pakt ie mijn kaartje over en telt hoeveel stations er nog komen voordat ik eruit moet. Met zijn vingers doet ie zes, over zes stops moet ik uitstappen… Aja, dat is dé manier! Dat betekent wel dat ik me in opperste concentratie door de stad moet laten rijden, maar dat geeft niks. Bij dit ritje helpt mijn kersverse vriend me gelukkig nog door bij ieder stationnetje een vinger weg te halen. Haha! Ik vind hem bijna schattig, maar met al dat bloed in zijn gezicht ziet ie eruit alsof ie er vanmiddag eentje heeft omgelegd. Ik ben dan ook blij dat wanneer hij zijn laatste vinger weghaalt ik kan uitstappen en mijn vriend nog een stukje verder meerijdt.

Er staat ook nergens exit of een ander woord dat doet vermoeden waar de uitgang van het station zit en ik loop maar een beetje in het wilde weg en kom steeds weer op dezelfde plek uit. Gillen wil ik!!!

En dan gelukkig toch weer daglicht! Ik ben er! Naja, nog even een hostel zoeken! Bij een restaurantje met wifi kijk ik op bookings.com naar iets wat in de buurt zit. Ik vind het hostel en bij de reviews zie ik staan: ‘The worst hostel of the World!’ Dat klinkt goed! 😉
Met de plattegrond van Moskou in de aanslag ga ik op pad, ik vraag zevenentwintig keer de weg en ben er dan nog niet…
Iedereen zit me aan te kijken, en ik heb geen idee waarom. Alle vrouwelijke Moskovieten (heten ze zo?) zijn bloedmooi (heule hoge hakken, heule korte rokjes, heule blonde haren, en heul veul uitgroei (gna gna)). Dus vermoedelijk zien ze niet zo vaak een verregend staartje, een kats versleten trui, van die anti-sexy bergschoenen of een te dikke ass, en wekt dat nu hun aandacht…
Het straattuig heeft me ook gesignaleerd en nu nog minder op m’n gemak ga ik op een muurtje zitten en cool voor me uitkijken en doen alsof ik niet bang ben.
Tuig nummer één steekt z’n viezige hand naar me uit en met tegenzin accepteer ik die. Hij vraagt om een roedel. Ik zeg dat ik geen geld heb (daar lieg ik niks aan). Ze staan even onheilspellend de paar tanden die ze nog hebben bloot te lachen, maar ze lijken tevreden met mijn antwoord. Ik haal opgelucht adem als ze aftaaien… Al blijven ze even verderop toch weer staan en hier op dit muurtje krijg ik toch een beetje m’n bedenkingen over mijn Russische avontuur. Misschien was de keuze voor Moskou en St. Petersburg niet de meest briljante… Volgende keer toch maar gewoon naar Ommen lieverd 😉

Als ik een tijdje later toch bij het hostel aankom tref ik daar meteen een Nederlander. En stiekem ben ik daar even best wel blij mee.
Hij heet Herman, dat klinkt als een oude knakker, maar denk dat ie van mijn leeftijd is, al gedraagt Herman zich wel als een oude knakker. Herman gaat trouwens de Transmongolie Express doen. En Tessa is trouwens jaloers 😉
Herman vertelt over zijn hele dure horloge waarvan het bandje kapot is, en waarvan de bandjes alleen maar in Rusland te koop zijn. Lijkt me ideaal zo’n horloge… En zo vertelt Herman nog veel meer dingen die me ook niet interesseren. Eerlijk gezegd komt Herman me al behoorlijk de strot uit.
Tot mijn grote vreugde krijgen we dezelfde kamer… En als we daar zijn ontmoeten we Ozzy, een schattig mannetje uit Peru. Oja, Herman stelt zich voor als Heurmun (zo’n type ja… 😉

Heurmun vraagt of ik mee ga kijken of we nog ergens iets te eten kunnen organiseren, en hoewel ik onmeunige trek heb, lieg ik dat ik al gegeten heb. Trek zo wel een Twix uit de automaat als Heurman even niet kijkt 😉

En nu zit ik dus het reisverhaaltje van vandaag te typen, en kruip ik straks mooi op tijd m’n bedje in, ben kapot! Het regent hier trouwens al de hele tijd, hopelijk is het morgen droog… Al zijn de voorspellingen voor morgen slecht, maar maandag en dinsdag beter!


DAG 2
zondag 03-06-12
’s Nachts hoor ik ineens gemorrel aan de kamerdeur en ik vermoed dat er nieuwe mensen zijn die niet overweg kunnen met het haperende slot.
Met tegenzin stap ik uit mijn warme bedje en draai de deur voor ze open. Zo gauw het slot openklikt zwaait de deur met een ruk open en staan er twee Russen met een mes in onze kamer. Ossie en Heurmun worden ook wakker. Die mannen schreeuwen dat ze geld willen en onze spullen… Ik denk terug aan alle goedbedoelde waarschuwingen van het thuisfront om niet in m’n eentje naar Rusland te gaan. En op dit moment kan ik alleen maar toegeven, dat was blijkbaar echt geen goed idee. Ze zetten het mes tegen m’n keel en dan kan ik weinig anders meer doen dan ze mijn backpack geven met kleren en toiletspullen en ook mijn tasje met mijn paspoort, bankpasjes en geld.
Wanneer ze na een paar minuten (die uren leken te duren) weer verdwijnen realiseer ik me dat ik 2300 kilometer van huis af ben en alles wat ik nog heb mijn pyama is.
En dan word ik wakker… Echt vervelend die enge dromen 😉 Haha sorry… Ik vind het gewoon te leuk…

De volgende morgen word ik wakker van Ossie (zo schrijft ie het zelf heb ik ontdekt, al heet ie eigenlijk Oswaldo) die aan het opstaan is, en dan ga ik er ook maar uit. We drinken samen thee in het keukentje van het hostel en hij vraagt wat ik ga doen vandaag. Ik zeg dat ik naar de Izmailovsky Markt wil en hij wil wel met me mee. Ach ja, wel gezellig misschien… Maar dan zitten we aan de thee en komt Heurmun er aan. Die ziet het ook wel zitten om mee te gaan en Ossie reageert wat mij betreft een beetje te enthousiast… Zucht.
Naja, loat goan… En even later lopen we met z’n drieën door de stad, eigenlijk ben ik wel blij dat we nu met z’n drieën de weg in de metro kunnen gaan zoeken.
Heurmun weet hoe je de Russische letters uitspreekt en daardoor herkent ie af en toe een woord en daar is ie zo trots op dat ie iedere drie minuten zegt: ‘Kijk, daar staat tandarts!’ of ‘Kijk, en daar staat hotel!’. In het metrostation probeer ik het systeem te begrijpen, ondanks dat ik het Russische schrift niet kan lezen. Ik vraag een meisje om het me uit te leggen, dat valt niet mee in gebrekkig Engels, maar ergens begint er bij mij een lampje te branden. En als ik naar de borden loop en kijk wat daar allemaal opstaat snap ik het ineens! Dat neemt niet weg dat je nog steeds die lettertjes moet ontcijferen, of stations tellen, maar ik weet nu in ieder geval hoe ik kan weten in welke lijn ik terecht kom…
Ik loop terug naar Ossie en Heurmun die met de neus in de metrokaart zitten en ik zeg welke kant we op moeten. Uiteraard weet Heurmun het weer beter en start een hele discussie. Ik zeg dat ik in ieder geval met die metro ga waarvan ik denk dat het goed is, en met een diepe zucht stengelt ie maar achter me aan. Uiteraard is dat gewoon goed 😉
Niet veel later zijn we bij de markt, en daar begint de volgende irritatie… Heurmun wil op zoek naar een nieuw horlogebandje, serieus! Horlogewinkel in, horlogewinkel uit, overal alleen maar horloges die zoveel kosten dat ik er drie weken van op vakantie kan.
En in iedere winkel zegt ie weer: ‘Kijk, die daar heb ik!’ Alsof we na vier keer dat gigantische lelijke, gouden, veels te dure, kitscherige klokje nog niet zouden herkennen…
Bij de zoveelste horlogewinkel zeg ik dat ik buiten wel even ga kijken naar van die toeristenrotzooi en dat we wel zien of we elkaar hier nog terug zien of anders in het hostel.
Er staan hier echt zo belachelijk veel toeristenkraampjes, maar er zijn geen toeristen. Wel heel veel Russen, maar wat in godsnaam moeten die met die toeristische rotzooi??
Even later loop ik Ossie en Heurmun weer tegen het lijf en we gaan samen koffie drinken in een houten keetje. Het is halverwege de ochtend en we lopen nog een rondje over de markt, al komt de regen met bakken uit de lucht.
De markt is heel leuk… Maar Heurmun vindt nou ineens alles wat ‘traditional’ is, echt fantastisch! ‘Listen, I hear traditional music’ of ‘Look, I like the traditional dresses’. En soms zegt ie ook maar gewoon het woord ‘traditional’ in een zin waar dat helemaal niet hoort, om het maar even gezegd te hebben… Oja, en alles wat ie doet, duurt vooral heeuul erg lang…
Als we willen gaan eten en hij zegt dat hij graag ‘something traditional’ wil eten, ben ik klaar met Heurmun en zeg dat ik alleen verder ga. Ik heb geen zin om me de rest van de dag ook nog aan die gast te ergeren, hij is echt ‘zum kotzen’!
Eerlijk gezegd weet ik niet zo goed wat ik moet gaan doen, het is twee uur en het regent. Ik besluit om alvast een kijkje te gaan nemen bij het Rode Plein. En met de metro kom ik daar een half uurtje later zonder problemen aan (het gaat steeds beter Pietertje…).

Vanaf het metrostation loop ik het Rode Plein op, het middelpunt van Moskou en eigenlijk het middelpunt van heel Rusland. Mooi, maar eerlijk gezegd minder indrukwekkend dan ik gedacht had. Ik hoop dat dat komt door het natte, grijze weer en besluit morgen of overmorgen nog eens terug te gaan en dan misschien ook het Kremlin zelf te bezoeken.

Via de Arbat, één van de bekendste straten van Moskou, loop ik terug. Veel souvernirtjes, straatartiesten, restaurantjes en muzikanten.
Uit een soort van wraak voor alle irritaties ga ik een hamburger eten bij de Mac, haha! Ver weg van alles wat traditional is. Heb ik die Heurmun even mooi te pakken… 😉

’s Avonds terug in het hostel spring ik eerst onder de douche, heb het zo koud gehad vandaag en alle kleren die ik aan heb zijn nat. En omdat ik perse alleen maar handbagage wilde, zijn dat ook meteen zo’n beetje alle kleren die ik bij me heb…
Ik hijs me in m’n pyama en hang m’n kleren over het stapelbed om te drogen en ga dan naar de woonkamer. Ossie en Heurmun zijn er ook, een jongen uit Engeland die al een half jaar aan het rondreizen is en twee jongens uit Zweden die de Transsiberie Express gaan doen.
Ossie komt op het briljante idee om wodka te gaan halen, en gaat de straat weer op. Heurmun hangt ondertussen sterke verhalen op, de drie jongens luisteren ongeïnteresseerd en ik schrijf m’n reisverslag. Als Ossie terug is, moet ik er aan geloven, proost!
Heurmun gaat al snel weg, want zijn trein vertrekt vanavond… Doei doei schatje, vooral niet terugkomen hè?! Na drie borrels zoek ik ook m’n kamer maar op, ik bel Stef nog even, lees wat in m’n reisgidsje en whats app nog een paar berichtjes de wereld in.
Ossie komt dan ook terug en is hartstikke sjikker, hij vraagt wat ik aan het doen ben en ik laat hem dat whats appen zien. Zoiets geweldigs heeft ie nog nooit gezien en hij doet nogal overdreven over deze nieuwerwetse ontwikkeling. Hij ligt in een deuk en komt steeds half over me heen hangen.
‘Euhm Ossie… Wat dacht je ervan om met je dronken harsens ff lekker in je eigen bedje te gaan liggen?’ Hij taait al snel af en nog geen tien seconde later hoor ik hem snurken… Ook nog!


DAG 3
maandag 04-06-12
Ik hoor Ossie al heel vroeg uit bed gaan, maar ik lig nog heel lekker en slaap tot half negen door. Dan pak ik thee in het keukentje en daar zit Ossie ook. Ik vraag hem of hij geen kater heeft, maar het kereltje heeft nergens last van.
Hij gaat vandaag naar zijn ambassade om te vertellen dat hij vandaag doorreist naar St. Petersburg. Hij is verbaast dat ik op vakantie nooit de Nederlandse ambassade laat weten waar ik zit. Moet dat dan?? Ineens ga ik twijfelen of ik misschien die ene domme toerist ben die weer niet weet dat dat moet…
We lopen samen op naar het metrostation en daar zeggen we elkaar gedag, vermoedelijk zien we elkaar vanavond nog wel even terug in het hostel.

Het is vandaag echt supermooi weer! Ik pak de metro voor de tweede keer naar het hart van de voormalige Sovjet-Unie, oftewel het Rode Plein, vandaag wil ik de Basilius Kathedraal en het Kremlin bezoeken.
En nu de zon schijnt maakt het plein ook wat meer indruk dan gisteren. Alle foto’s die ik gisteren ook al gemaakt heb, doe ik opnieuw, want met een blauwe lucht en de zon aan de hemel is Moskou gewoon veel mooier.
De Basilius Kathedraal is de blikvanger van het Rode Plein en ik denk voor veel mensen het bekendste gebouw van Rusland (het is die kerk met die gekleurde uien op het dak, kennen jullie ongetwijfeld wel van de televisie of zo). Daar recht tegenover staat het historisch museum en de lange kanten van het plein worden omsloten door aan de ene kant het GOeM, een gigantisch groot en luxe winkelcentrum en aan de andere kant de grote muur van het Kremlin en het mausoleum van Lenin.

Ik koop een kaartje voor de Basilius Kathedraal die van binnen een stuk minder imposant is dan van de buitenkant. De muurschilderingen zijn mooi, maar vooral ook veel hetzelfde en na een half uurtje ben ik weer terug op het plein. Het fotograferen van de Kathedraal wil niet zoals ik het wil, omdat de zon er recht achter zit. Ik neem me voor later op de middag terug te gaan als de zon verder weg gedraaid is.
Dan loop ik naar het ticket kantoortje voor het Kremlin en kom aan de praat met twee Amerikaanse zussen van een jaar of zestig. Samen met hen bezoek ik de kathedralen van het Kremlin, onderweg ga ik een paar keer een andere kant op, maar steeds weer lopen we elkaar tegen het lijf.
Als we alles gezien hebben is het twee uur in de middag, en als we nog terug willen voor de Armoury Kamer in het Kremlin kunnen we vanaf 15:45 kaartjes kopen en dan om 16:30 deze zalen bezoeken.
Ze vragen of ik mee ga lunchen en daarna terug voor de kaartjes, maar ik heb eigenlijk geen zin om twee uur te wachten en zeg dat ik andere dingen ga doen.
We zeggen elkaar gedag en ik ga terug naar het Rode Plein voor de foto’s van de Basilius. Bij een kraampje eet ik een verdomd lekkere shaslick. Die kun je hier overal kopen, dus ik vrees dat ik tot Heurmuns grote genoegen onmeunig ‘traditional’ bezig ben…
En dan ineens vind ik het jammer dat ik niet met die dames ben meegegaan, en ik wandel terug naar het ticket kantoortje en ben daar rond 15:00. Als ik vraag naar een kaartje voor de Armoury Rooms zeggen ze dat dat pas over drie kwartier kan. Ik ga op een grasveldje in de zon liggen wachten en lees wat in mijn reisgidsje. Rond 15:30 ga ik weer in de rij staan en in de tussentijd komen de zussen ook weer aangewandeld en voegen zich bij mij in de rij, dat scheelt ze een tijdje wachten.
Om 15:45 gaan we terug naar binnen voor de kaartjes en dan zegt ze dat ze uitverkocht is!! Verdomme!! Ik leg eerst een keer rustig uit dat ik drie kwartier geleden te vroeg was, er in de tussentijd nauwelijks mensen zijn geweest en niet snap dat de tickets nu op zijn. De tweede keer doe ik dat iets minder rustig en de derde keer op zo’n manier dan een bewaker me buiten zet… Oeps!
Naja, de kans van slagen van een vierde poging lijkt me verwaarloosbaar klein…

Chris(tine) en Carolyn (zo heetten ze) willen naar het opera gebouw en ik wandel maar met ze mee. Wel een leuke wandeling, maar het gebouw zelf hebben we al snel gezien. We zitten in het zonnetje wat in onze reisgidsje te bladeren op zoek naar iets in de buurt wat de moeite waard is.
We lezen in onze reisgids wat leuke wetenswaardigheidjes over de plekken waar we geweest zijn, maar vinden niet echt een doel voor het laatste stukje van wat er nog van de middag over is.
Ik stel voor om terug te lopen via de Arbat en daar een terrasje te pakken. Zij zijn nog helemaal niet op de Arbat geweest en vinden dat een prima plan. Na een uurtje slenteren zoeken we een plekje op in de zon, en blijven een hele tijd gewoon alleen maar kletsen en naar de mensen die voorbij lopen kijken, het lijkt wel of ik vakantie heb… 😉
Ze staan erop om me trakteren op een lunch, tegensputteren heeft weinig zin en dat geef ik dan ook maar snel op. Ze vragen of ik morgenvroeg ook weer mee ga om een nieuwe poging te wagen bij de Armoury Rooms, en ach waarom ook niet, we zijn nou toch in Moskou, haha!

Na de lunch lopen we het laatste stukje van de Arbat af, blijven hier en daar bij de straatartiesten staan kijken en pas om negen uur ben ik terug in het hostel. Een hele lange, maar hele leuke dag gehad!


DAG 4
dinsdag 05-06-12
Vannacht heb ik bijna niet geslapen, en eigenlijk zou ik liever gewoon in mijn bedje blijven liggen, maar ik heb afgesproken met Carolyn en Chris en heb geen nummer van ze, dus toch maar op weg naar het Kremlin. Zij staan al in de rij als ik aan kom wandelen.
Kaartjes kopen gaat vandaag prima, en met z’n viertjes (een jongen uit Vienna die ook in de rij stond heeft zich ook aangehaakt) lopen we naar de Armoury Rooms.
Dit zijn de zalen in het Kremlin waar alle juwelen, tronen, kleding, koetsen, enz. worden tentoongesteld. Wel heel mooi hoor, maar ook heel veel en voor mij allemaal een beetje hetzelfde steeds. Gelukkig lopen die zussen ook lekker door en na anderhalf uur of zo staan we weer buiten.
Zij willen nog naar de Kremlin Diamonds, maar ik haak af. We zeggen gedag (gisteren al e-mail uitgewisseld) en dan ben ik weer alleen.

En mijn hele lichaam schreeuwt dat het wil liggen. Echt ik ben zo naar de kloten… M’n benen doen zeer, en ik ben vooral heel erg moe.
Maar ik wil wel nog vandaag de mooiste metrostations langs en in de poort naar het Rode Plein zit een heel klein kapelletje wat steeds mijn nieuwsgierigheid opwekt als ik langsloop. Er gaan daar steeds mensen op hun knieën voorzitten, iedereen buigt en er lopen mensen in en uit.
Wanneer ik er ben sta ik vanaf een afstandje te kijken, ik durf eigenlijk niet naar binnen te gaan, ik vraag me af of het wel de bedoeling is dat toeristen daar ook naar binnen lopen. Een oud Russisch vrouwtje ziet het en pakt me bij de hand.
Ze neemt me mee in dat kleine kapelletje en ik ben behoorlijk onder de indruk. Piepklein en iedereen die binnen is, is aan het bidden. Naja, behalve ik dan…
Als we weer naar buiten lopen zit daar een oude man op het stoepje te bedelen. Het oude Russische vrouwtje wil de man een paar muntjes geven, maar hij pakt het niet aan. Het vrouwtje ziet eruit alsof ze het zelf ook niet zo heel breed heeft en blijkbaar heeft de bedelaar dat ook gezien…
Ik geef de man een paar roebel en als ik het vrouwtje gedag zeg, wil ik ook haar iets geven. Maar ze drukt mijn handen op elkaar met het geld ertussen en schudt glimlachend haar hoofd, echt ontroerend…

Ik ga op het plein zitten wat door m’n reisgidsje bladeren en probeer de energie te vinden om die metrostations te bezoeken. Dat lukt niet…
Ik besluit terug te gaan naar het hostel, waar mijn schoenen uitkunnen en ik met een beetje geluk nog een paar uurtjes kan gaan slapen of zo. Als ik vanavond naar de trein toe moet, maak ik wel een omweggetje langs die stations.
Onderweg naar het hostel drink ik in een cafeetje een heule grote cappuccino en een soort lasagne van groente. Ik knap er een heel klein beetje van op.

In het hostel schrijf ik verder aan m’n reisverslag, hang wat voor de tv en rond op internet. Op deze verdieping zijn alleen maar Russen en die zijn niet zo heel erg spraakzaam. Maar als ze gaan koken vragen ze wel of ik mee wil eten.
Ik krijg een soort soep met een hele aardappel erin, een stuk vlees en wat groente. Niet superlekker, maar wel goed te eten.

Ik zie wel een beetje op tegen vanavond, door het donkere Moskou naar het treinstation, m’n weg zoeken op het station en nog maar afwachten met wie ik de cabine moet delen in de trein.
En de avond is nog lang en ik wil gewoon naar bed… Tegen 22 uur pak ik m’n spullen bij elkaar en ga richting het station.
Ik heb een lijstje gevonden op internet van de mooiste stations en bij een paar daarvan stap ik even uit. De metrostations van Moskou zijn niet te vergelijken met de saaie perrons in andere landen, het zijn net kleine paleisjes. Overal marmer, heel veel mozaïeken, gigantische kroonluchters aan de plafonds. De metro van Moskou is de drukste ter wereld, meer dan 7 miljoen mensen maken er iedere dag gebruik van. En iedere 60 seconden stopt er op ieder perron een metro, perfect!
Alleen is de bewegwijzering hier zo slecht, zelfs na drie dagen blijf ik maar zoeken. De kleurtjes van de metrolijnen op de kaart vind je eenmaal onder de grond nauwelijks meer terug, het is heel erg onduidelijk in welke richting de metro rijdt en dan ook nog alles in dat niet te begrijpen schrift.
Alle andere reizigers die ik onderweg tegenkom klagen ook steen en been. Terwijl het volgens mij heel simpel op te lossen is…
Op de metrostations zie ik nu overal hele dronken mensen in elkaar gezakt tegen een muurtje liggen. Al doet de politie wel erg hun best dat volk de deur uit te werken.
Rond 23 uur ben ik op het metrostation dat dichtbij het treinstation zou moeten zijn. Ik vraag een Russisch meisje of ze weet welke uitgang ik moet hebben voor het treinstation. Welk station moet je zijn vraagt ze… Slikkk! Zijn er meer dan? En ja, er zijn rondom het metrostation die treinstations.
Ze pakt m’n ticket over en vraagt wat in het rond, en als ze weet waar ik moet zijn stelt ze voor om met me mee te lopen! Best wel ver lopen en ik voel me wel een beetje bezwaard, maar zonder dat grietje ga ik er niet komen denk ik.
Even later zijn we op het station en ook dan helpt ze me door de wirwar van onleesbare borden. Al gauw lig ik op het perron te wachten met m’n kop op m’n tas. Als ik bijna in slaap val roepen ze om dat we in mogen stappen. Naja, ik denk dat ze dat zeggen want iedereen pakt z’n tassen.

Mijn bedje heb ik al snel gevonden en ik maak kennis met Marat, een vrolijke Russische jongen! Hij vraagt of ik onderweg ben naar Sint Petersburg en ik schiet in de lach… Want éénmaal in deze trein is er geen ontkomen meer aan, deze trein rijdt alleen maar naar Sint Petersburg. Puur een vraag uit beleefdheid dus…
Ik vertel wat ik de afgelopen dagen gedaan heb tot ik er achterkom dat Marat maar drie woorden Engels spreekt… Marat zit ondertussen druk te knikken met z’n hoofd alsof nog niks van wat ik verteld heb hem ontgaan is. Haha!

Verder komt er nog een Russische man in de cabine en een Russische vrouw. Die Russische man heeft een fles wodka bij zich en zo te zien heeft ie zich voorgenomen dat die fles op moet voordat de lichten van de trein uitgaan.
Hij heeft al snel door dat hem dat in zijn eentje niet gaat lukken en hij omdat hij met een schuin oog ook al mijn koekjes heeft zien liggen besluit hij om een handelsovereenkomst aan te gaan.
Wij krijgen toegang tot zijn wodka en hij mag onbeperkt van mijn koekjes eten. Haha, waarom ook niet, daar gaan we vast lekker op slapen! Hij schenkt voor Marat en mij een borrel in en mijn koekjes zie ik de hele treinreis niet meer terug.
De combinatie van koekjes en wodka lijken voor de Rus echter geen succes, want al snel na vertrekt ligt hij in een soort van coma over de tas van Marat te kwijlen, haha!
Er is geen beweging meer in te krijgen en ik sta mijn beneden-bedje met liefde aan hem af. Ik kruip in één van de bovenste bedjes en klets nog wat met die vrouw voor zover zij zich kan redden in het Engels. Als ze gaat slapen doet ze haar pruik af, schrik! Ze vertelt dat ze kanker heeft en naar St. Petersburg gaat voor het ziekenhuis. Al heel snel val ik in slaap en word pas wakker als er de volgende ochtend iemand op de deur ramt om ons te wekken.


DAG 5
woensdag 06-06-12
Om 8:00 komt de trein aan in St. Petersburg. Een belevenis op zich! Het personeel uit de trein gaat allemaal in de houding staat langs de trein en op het perron schalt het volkslied uit de luidsprekers, je zou bijna het station uitmarcheren, haha!

Ik had vanuit Moskou al een hostel opgezocht en om 9:00 ben ik daar. Ze vragen me naar mijn immigratiekaart die ik niet heb.
Ze laat me een voorbeeld zien en ze bedoeld die kleine briefjes die je soms al in het vliegtuig in moet vullen of als je er net uit bent. En ik ben misschien wel niet helemaal lekker, maar ik weet wel heul erg zeker dat ik dat niet ingevuld heb, maar dat geloven ze niet. Iedere buitenlander heeft een immigratiekaart. Ik begrijp het zelf ook niet zo goed waarom ik die niet heb…
Ze zegt dat ze me niet kan inchecken zonder die kaart (want eigenlijk ben je nu illegaal zegt ze) en eerst met haar baas wil overleggen die pas om 14 uur weer bereikbaar is. Zucht…
Tegen 11:00 komt ze bij me met een plattegrond van St. Petersburg en wijst me een adres aan waar ik naartoe moet om die kaart te gaan halen. Een eindje buiten het metrostelsel, dus dat wordt een leuke expeditie denk ik… Het gebouw is pas vanaf 14:00 open zegt ze en als ik vraag waar ze me naartoe stuurt krijg ik niet echt een antwoord.
Ik laat mijn bagage alvast achter en ga vooraf nog een paar plekken langs die in de buurt liggen. En dan maar naar dat adres, geen idee waar ik terecht kom, weet alleen dat ik bij ‘window 241’ moet zijn.
Na een heel veel lopen, bussen en metro’s ben ik er dan eindelijk, loket 241 gesloten, morgen weer open! Serieus! Ik vraag wat in het rond, maar steeds als ik in mijn beste Engels een vraag formuleer, schreeuwt er weer zo’n vieze stinkrus over mijn schouder een andere vraag. En die krijgt dan vervolgens wel antwoord en ikke nie… Het liefst wil ik alle stinkrussen op de bek slaan, en zeggen dat ze op moeten zouten! Maar ik ben bang voor iedereen die ik zie, dus ik knik ze maar een beetje glimlachend toe: ‘Ja hoor schatje, ga rustig eerst, ik heb de tijd wel…’.

Wat ik ook maar vraag, iedereen haalt alleen maar z’n schouders op en ik raak steeds meer uit mijn nopjes…
Uiteindelijk schrijft iemand op dat ik het bij loket 115 moet proberen. Dat nummer laat ik beneden aan de balie zien en ze zeggen dat ik buitenom moet lopen naar de achterkant van het gebouw.
Kom ik daar… Ik denk ongeveer acht rijen met misschien wel 500 buitenlanders, geen Russen, maar donkerder en alleen maar mannen (mijn lotgenoot illegalen denk ik). Naja, één vrouwtje… Ikke…
Boven iedere rij hangt wel een bord, maar je raadt het al, alleen maar Russisch schrift. En als ik die mannen wat vraag schudden ze alleen maar van nee. Het huilen staat me nader dan het lachen.
Ik wacht een hele tijd, maar de rijen worden ook niet korter en daar komt bij dat ik niet eens weet of ik in de goede rij sta. Ik ga weer terug naar het meisje aan de balie, ze verontschuldigd zich, want ze heeft me de verkeerde kant op gestuurd, loket 115 is op de 1e verdieping. Ok, gaan we weer…
Ook daar weer heel veel wachtenden voor me, en het duurt eindeloos. En als ik dan op het moment van instorten ben… zijn daar Sep en Marlinde!
Een Nederlands stel die precies hetzelfde probleem hadden als mij, maar zij hebben het inmiddels opgelost. Dat immigratiekaartje is namelijk niet zo’n kaartje wat je zelf in moet vullen, maar een digitaal briefje dat ze heel ver weg in je paspoort verstopt hebben… Grrrrrr!!! Ik had dat ding dus gewoon al hè!!
Naja, het is opgelost en als ik niet alleen geweest was zou ik nu een stom dansje gedaan hebben, maar in je eentje is dat een beetje schamen hè, haha!

Gauw weg hier bij dat klotenkantoor! Sep en Marlinde willen naar een kerk waarvan ik de naam even kwijt ben en ik ga maar met ze mee, het is vlakbij een metrostation, dus moet toch die kant op.
We lopen eerst buiten wat rond en over het kerkhofje dat er bij hoort en lopen dan naar de kerk. Buiten zien we al dat mensen steeds knielen of buigen en hun haar bedekken.
We durven niet naar binnen met ons haar onbedekt. Marlinde heeft een sjaal om die ze over haar hoofd kan doen en ik doe maar gewoon m’n capuchon op.
En dan naar binnen… Waar de wereld lijkt stil te staan. We staan alledrie met open mond te kijken. Om ons heen liggen overal mensen op hun knieën voor de schilderijen of altaartjes, ze kussen de grond en aaien de beelden. Een man met een hele lange zwarte baard staat voor een rij mensen die één voor één bij hem komen. Dan praten ze over en die mensen zijn steeds in tranen als ze bij hem vandaan komen. Geen idee wat er gezegd wordt, maar we zijn er best wel van onder de indruk…

Na de kerk zoek ik me weer een weg door de stad terug naar het hostel. Het openbaar vervoer is hier zoveel makkelijker te begrijpen dan in Moskou. Alles is gewoon met kleurtjes aangegeven en in de stations is ook overal bewegwijzering, zelfs in ons schrift! Die Russen kunnen het dus wel…

Terug in het hostel check ik in en het meisje achter de balie zegt: ‘Your friend from peru is here!’ Haha! Ossie wist dat ik naar dit hostel zou gaan, en nou is hij hier ook…

Die avond lees ik in mijn reisgids over de geschiedenis van St. Petersburg, en eigenlijk had ik dat al veel eerder moeten doen. Nu pas weet ik precies wie Peter de Grote was, en wie Elisabeth en Catherine waren…
Toen Peters vader (ja, ik mag Peter zeggen…) stierf ontstond er een bloedige strijd om het opvolgerschap. Tijdens die strijd is een groot deel van de familie voor de ogen van kleine Petertje in het Kremlin vermoord. Door deze gebeurtenis is Peter Moskou altijd blijven haten.
Hij werd tsaar en wilde van Rusland een wereldmacht maken die gericht was op het westen. Daarvoor ging hij naar Europa, om te kijken hoe het er daar aan toe ging.
Eénmaal terug in Rusland probeerde hij het land zo snel mogelijk te Europeaniseren. Mensen werden verplicht om hun baarden af te scheren en zich westers te kleden.
Zijn grote droom was een havenstad stichten die toegang bood tot de Oostzee. En kort gezegd ontstond zo St. Petersburg, het ‘venster naar Europa’. Hiervoor moest al het andere wijken, nergens in Rusland werd nog gebouwd, omdat alle bouwmaterialen die beschikbaar waren gebruikt moesten worden voor St. Petersburg. Het moerasachtige gebied was eigenlijk niet geschikt voor het bouwen van de stad, en overstromingen, gevaarlijk werk en ziektes hebben ervoor gezorgd dat de bouw van St. Petersburg heel veel levens gekost heeft.
Nu komen er massa’s toeristen naar St. Petersburg om van deze geweldige stad te genieten, maar er hangt dus wel een naar luchtje aan…

Ossie tref ik ook nog en we spreken af om morgenvroeg samen naar Peterhof te gaan, het zomerpaleis van de koninklijke familie.


DAG 6
donderdag 07-06-12
Al vroeg in de morgen vertrekken we met het openbaar vervoer naar het Peterhof dat buiten het centrum van de stad ligt.
In het hostel vertellen we dat we niet met de toeristenboot gaan, maar gewoon met de lokale bus en een Russisch kamergenootje van Ossie zegt dat ze ons een nier uit het lijf zullen snijden… Whaha! We hebben er gelukkig toch twee… 😉
Wanneer je de kaart uit de tas haalt of bij de bushaltes op de borden kijkt komt er altijd wel iemand naar je toe om te vragen of ze kunnen helpen.
Ik vraag me af wie bedacht heeft dat de Russen niet vriendelijk zijn… Ook in de bus vragen de medepassagiers waar we naartoe willen en ze houden ons steeds op de hoogte van waar we zijn, hoe lang het nog duurt en waar we uit moeten stappen.

In die minibus geeft iedereen het geld door naar voren tot aan de chauffeur en vervolgens het wisselgeld weer door naar achteren. En dat lijkt allemaal goed te gaan… Volgens mij kan die chauffeur nooit controle houden over wie betaald heeft en ik denk dat wanneer je niet betaalt er ook geen haan naar kraait. Maar ik als goed opgevoede wereldburger (goed gedaan Toosje!) betaal natuurlijk netjes.

En dan zijn we bij het Peterhof! Hele grote paleizen, heel veel goud, geweldige tuinen en heel veel fonteinen die vanaf 11:00 aan gaan.
Tegen die tijd verzamelen alle toeristen zich rondom de fonteinen en we hebben geen idee waarom, die blijven toch gewoon de hele dag aan… Maar om klokslag elf uur horen we het volkslied over het hele complex uitschallen en op de muziek starten één voor één de fonteinen, echt zo mooi!
Tot na de middag vermaken we ons en dan gaan we terug naar het centrum.
We pakken de bus en de metro naar Nevski Prospekt, dé hoofdstraat van St. Petersburg. We slenteren een heel eind heen en weer en eten pasta in een restaurantje.
In de reisgids lees ik dat het eerste huisje in St. Petersburg gebouwd is door Peter de Grote (who else…) en dat het een kopie is van een huisje in Zaandam, waar hij geslapen heeft tijdens zijn reis door Europa.
Ik wil Ossie iets vragen over Peter de Grote en vertaal dat vervolgens naar het Engels tot ‘Peter the Big One’, haha! Ossie komt niet meer bij… Hij gaat zelf voor ‘Peter the Great’. Mja, klinkt bij nader inzien misschien ook wel iets aannemelijker… 😉
We besluiten te gaan kijken, het is aan de andere kant van de rivier en met de metro laten we ons naar het dichtstbijzijnde metrostation brengen. Vanaf daar is het nog een behoorlijk eindje lopen. Wanneer we de weg gaan vragen blijken we er net naast te staan, al herken ik weinig Hollands… De oorzaak daarvan is dat ze een nieuwe, stenen gebouwtje om het oorspronkelijke, houten huisje heen hebben gebouwd om het beter te beschermen tegen weersinvloeden.
We kopen een kaartje en gaan naar binnen, maar het stelt niet veel voor, gewoon een houten hutje met wat oude meubeltjes erin. Eerlijk gezegd geen zak aan, en na tien minuten staan we alweer buiten. Ach ja, weten we dat ook weer.
Het is inmiddels al vijf uur geweest, we besluiten terug te gaan naar het hostel, zijn allebei behoorlijk naar de kloten en Ossie gaat vanavond om tien uur weer terug naar Moskou met de nachttrein.
We besluiten terug te gaan lopen en kopen onderweg een sjaslick. Tegen half zeven zijn we terug in het hostel, Ossie gaat even op bed liggen en ik ga douchen en schrijf mijn reisverslag.
Tegen half negen komt Ossie doei zeggen en ik ga in de keuken zitten, een paar kleine jongetjes komen bij me zitten en oefenen hun Engels op mij. ‘Where are you from? What’s your name? enz.’
Aan het begin eigenlijk best wel leuk. Totdat hun Engelse zinnetjes op zijn en het ventje steeds een zin vertaalt op zijn tablet ‘What’s your favourite color? What’s your favourite car?’ Hij vraagt non stop dingen, terwijl het antwoord hem eigenlijk niet interesseert, ik ben ze al gauw zat!
Een groepje Russische meiden heeft dat door en zeggen iets tegen die jongetjes waardoor ze aftaaien. Niet heel veel later ga ik terug naar de kamer en kruip in m’n bedje.

Mijn Maleisische kamergenootje ligt al in haar bed, maar slaapt nog niet. We kletsen nog even wat en als we het licht uit doen hoop ik dat ze vannacht iets minder zal snurken… Kearl wat een lawaai uit zo’n klein lijfje!


DAG 7
vrijdag 08-06-12
Dat meisje heeft weer de hele nacht liggen snurken, ik daardoor een groot deel van de nacht wakker gelegen en ik ben dan ook al vroeg wakker. Ik blijf nog even wat lezen en ga dan op pad, ik ontbijt bij de Subway en loop dan richting het Paleisplein met de Alexanderzuil en het Hermitage.
Hét museum van St. Petersburg en misschien wel hét museum van heel Rusland. En hoewel dit soort dingen meestal niet mijn dingen zijn, wil ik toch St. Petersburg niet verlaten voordat ik ook dit gezien heb.
De buitenkant van het gebouw is al behoorlijk indrukwekkend, maar de binnenkant is nog veel grootser…
Onmeunig veel schilderijen die mij eerlijk gezegd wat minder konden boeien, maar wel van alle grote meesters, waaronder ook Nederlandse zoals Rembrandt en Van Gogh. Maar ik ben niet het type dat tien minuten lang voor zo’n schilderij kan staan. En als je dat wel wilt moet je volgens mij wel een week uittrekken voor het Hermitage.
Maar wat ik wel heel erg mooi vond was het gebouw op zich, gigantische zalen vol met goud en ander pracht en praal, en zo GI-GAN-TISCH groot!!
Echt onvoorstelbaar, eigenlijk ben ik gewoon constant verdwaald… Ik vraag me af of ze voor sluitingstijd wel een rondje maken door het gebouw om alle verdwaalde bezoekers weer buiten te gooien, anders zou het zomaar een kunnen zijn dat ik vannacht hier moet overnachten.

Als ik na een hele tijd eindelijk weer buiten ben doen mijn voeten weer al zeer. Ik besluit om naar de Opstandingskerk te lopen, en daar in de buurt is ook een toeristenmarktje en ik moet uiteraard nog wel een Matroesjka meenemen naar Nederland! Anders ontbreekt er een land in mijn collectie Goed Bedoelde Rotzooi die ik thuis heb.

Die Opstandingskerk ligt in een zijstraatje van de Nevski Prospekt en dat lijkt allemaal dichtbij, maar daar verkijk je je flink op, en ongemerkt loop je zoveel kilometers steeds.
Maar ook daar kom ik uiteindelijk wel aan en breng een bezoekje aan de kerk, die een beetje vergelijkbaar is met de St. Basilius Kathedraal in Moskou. Van binnen vond ik deze wel veel mooier dat de Kathedraal op het Rode Plein. Alle wanden en plafonds zijn hier namelijk bedekt met heel fijn mozaïekwerk. Het moet een monsterklus geweest zijn om dit aan te brengen. Achteraf lees ik dat de mozaïeken 7500 vierkante meter beslaan. Echt niet normaal!

Tegenover de kerk is het marktje en daar hoor ik ineens overal Nederlands praten. Een toeristenbus heeft een groepje Nederlandse toeristen los gelaten op de markt om een half uurtje later weer te vertrekken.
Ik lach me dood! Ze zijn allemaal ergens tussen de vijftig en de zeventig gok ik en willen ook souvernirtjes kopen: ‘I will have zo’n poppetje!’ of ‘How much kost dat eigenlijk?’ Haha, echt zo grappig! Tegen de tijd dat de verkoper eindelijk snapt wat ze nou precies willen hebben en de onderhandeling kan starten vertrekt de bus alweer… ‘Gerda, zeg jij even tegen de chauffeur dat ie even wacht, we komen er zo aan…!’. En weer maar eens een keer ben ik blij dat ik ook dit keer niet heb toegegeven aan het gemak van een georganiseerd reisje.

Ergens daar geeft mijn camera het op, die had de hele week al beetje de griep, maar nu doet ie echt helemaal niks meer. Maar morgen toch naar huis… Ik hoop wel dat ik de foto’s nog van het geheugenkaartje af kan halen.

Het laatste stukje van de middag gebruik ik om de Izaak Kathedraal te bezoeken. Een kerk die ik eigenlijk al een paar dagen lang zie, omdat zijn grote gouden koepel hoog boven de skyline van de stad uittorent. Heel mooi, maar vooral ook ‘de zoveelste kathedraal’. Eigenlijk weet ik nu al dat deze kerk over een jaar weer uit mijn herinnering verdwenen is…

Ik eet bij de Mac en twijfel heel erg hoe ik terug ga naar het hostel, mijn voeten willen niet meer, maar omdat ik morgen de hele dag kan hangen in het vliegtuig en de trein loop ik toch maar weer…
En terug in het hostel wil ik wel een dansje doen als eindelijk mijn schoenen uit kunnen, maar zelfs dat dansje zit er niet meer in, haha!
Ik douche me, trek m’n pyamabroek alvast aan, en ga op internet even zoeken waar het vliegveld is en hoe ik daar kom ’s morgens om negen uur. Als ik navraag doe bij de mensen van het hostel zeggen ze dat de bussen niet heel vroeg rijden en ik dan niet op tijd kom. Ze regelen voor me een taxi die me de volgende ochtend om zes uur (pfff…) op komt halen.
Dan ga ik naar de keuken om mijn reisverslag te typen, al is afraffelen een beter woord, ik kan de discipline nauwelijks opbrengen om überhaupt nog iets te schrijven (sorry). Het groepje Russische meisjes dat er gisteren zat is er nu weer en ze vragen of ik mee ga voetbal kijken vanavond.
Jah, goed idee! Rusland moet voetballen, dus dat kan zo nog maar eens leuk worden. Ik laat ze op mijn laptop zien hoe wij eruit zien als we gaan voetbal kijken. Ze liggen in een deuk om de foto’s waarop iedereen in het oranje is, haha!
Ik wissel mijn pyamabroek maar weer voor iets waarmee ik de straat op kan en in een cafeetje kijken we de wedstrijd. Hoewel Rusland met 4-1 wint van Tsjechië, en er heel veel high-five-jes over en weer vliegen, blijft dat knalfeest uit. Dat kunnen wij Nederlanders stukken beter!!


DAG 8
zaterdag 09-06-12
En dan ineens zit het er al op! Al heel vroeg in de ochtend trek ik zo stilletjes mogelijk m’n beddegoed van mijn bedje. De tas heb ik gisteravond al ingepakt.
De taxi staat al klaar… ‘Op welk vliegveld moet je zijn?’ vraagt de chauffeur. ‘Op Pulkovo’ antwoord ik. ‘Ja, maar welke dan? 1 of 2?’ Ow kut! Zijn er meer??? Uiteraard heb ik geen idee waar ik moet zijn en haal mijn schouders op. Op mijn ticket staat Terminal 1, maar beide vliegvelden zullen wel meerdere terminals hebben…

De chauffeur vraagt waar ik naartoe moet en ik zeg naar Dusseldorf. Dan denkt hij zeker te weten dat ik op Pulkovo 2 moet zijn. Ik vertrouw maar volledig op wat hij zegt en iets meer dan aan half uur later zijn we op het vliegveld. Op de borden zie ik mijn vlucht nog niet staan, maar ik ben nog vroeg, dus wellicht is dat de reden. Ik wacht nog even, maar loop dan toch maar even naar de informatiebalie. Ook zij vraagt waar ik naartoe moet en ik zeg weer Dusseldorf. Tussenstop in Moskou vraagt ze, en ik knik.
Dan moet je op Pulkovo 1 zijn… Grrrrr!!! Sta ik kats op het verkeerde vliegveld! Maar gelukkig vroeg vertrokken en nog net niet in complete paniek ga ik nog maar een keer op zoek naar een taxi.

Er komt een man aan in een soort van overal die vraagt of ik een taxi nodig heb. Ja, dat heb ik wel, maar ik heb overal gelezen dat alleen de officiële taxi’s te vertrouwen zijn.
Ik vraag hem of hij dat is en uiteraard knikt hij van ja. Voor 700 roebel wil hij me wel brengen. Ik vraag waar zijn taxi staat en hij wijst in de richting van de parkeerplaats…
Hmmm, ik heb er niet zo’n lekker gevoel bij en zeg dat ik liever met een andere taxi ga. Net voor de uitgang staat taxi’s met zo’n bordje op het dak en die willen me wel brengen voor 300 roebel… Gelukkig even nagedacht voordat ik iets stoms ging doen.

Ruim op tijd ben ik op het vliegveld en na de middag weer in Dusseldorf. Dan nog een paar uur met de trein naar Bad Bentheim. Vanavond moeten zowel Duitsland als Nederland voetballen en de Duitsers zijn compleet gek! Trein staat vol met zingende, drinkende en springende Duitsers: ‘Deutchland, Deutchland uber alles!!’ Haha, wat mooi! In Munster moet ik overstappen en daar lopen massa’s mensen met kratten bier het station uit… Als die niet gaan winnen vanavond, dan weet ik het ook niet meer.
Van Munster naar Bad Bentheim zit ik naast een Duitse jongen die de hele weg alleen maar zegt dat ik een ‘crazy girl’ ben, waar Stef en Audrey me ophalen. Als ik thuiskom is het Nederlands elftal al bezig met z’n afgang tegen Denemarken… Heerlijk om weer thuis te zijn… 😉